ALS IK DE KANS HEB OM UIT TE GAAN, blijf ik eigenlijk het liefst maar thuis.
THUIS bij de BUIS, zoals de AVRO zegt.
IK ZAL U VERTELLEN, WAROM IK LIEVER THUISBLIJF.
Thuis ben ik VRIJ. Wil ik lekker LUI gaan LIGGEN, doe ik dat, tenminste…..als mijn KATTEN het goed vinden.
Wil ik eens heerlijk UIT mijn NEUS BIKKEN, of mijn oren LEEGBAGGEREN, doe ik dat, tenminste…..als mijn vrouw naar de W.C. is.
Wil ik naar een film op België kijken, doe ik dat, tenminste…..als mijn ZOONTJE naar bed wil.
JA, thuis ben ik de BAAS, tenminste…..als ik alléén thuis ben!!!!!
MAAR, omdat mijn vrouw ’s-avonds veel alleen is, gaan we wel eens UIT. NAAR DE BIOS. Maar, da’s ook nie alles.
Ik tref het altijd SLECHT. MEESTAL zit er een LANGE voor me, en kan ik de ondertiteling niet lezen. Dan ga ik op mijn jas zitten, maar na een half uur staat het zweet al tussen mijn benen, en begint de rits behoorlijk in mijn billen te snijden. Als het dan pauze is, vlieg ik meteen op, en sta tóch achteraan bij de versnaperingen. De film is al tien minuten bezig als ik met m’n zakkie sjips in het donker 22 keer pardon zeg, en 10 keer 5 tenen in de vernieling heb getrapt. MIJN PLAATS IS BEZET, EN MIJN VROUW IS WEG. Nee, toch niet. Ik zit in de verkeerde rij. Eindelijk zit ik dan. Als ik na een half uur dan het verhaal begin te snappen, moet ik PISSEN. Ik ga niet. Kom nou, ik laat me niet door zo’n lu….op mijn kop zitten, denk ik. Maar…..de natuur moet zijn loop hebben, dus ga ik wél.
Er staat een man naast me in het toilet. Vriendelijk zeg ik: “zwaar stuk, hè meneer.” De man zegt: “Kijk voor je, joh.”
Ik doe geen moeite voor de laatste druppel, want die komt toch in mijn broek.., en ga weer naar binnen. Ik snap de hele film niet meer, en als THE END op het doek verschijnt, maak ik mijn vrouw wakker.
“We nemen nog een afzakkertje,” zeg ik spontaan, en we rijden naar ons donkerbruine stamcafeetje. Ik parkeer de auto zachtjes tegen een lantaarnpaal….géén deuk. Mijn vrouw laat zich vollopen, want ik mag rijden. Het is twee uur. SLUITINGSTIJD.
Ik heb een beetje teveel gedronken, en rijdt overdreven voorzichtig door de reeds-slapende binnenstad, om geen slapende politiehonden wakker te maken.
Mijn vrouw houd me uitgelaten wakker, en laat de whisky een stevig woordje meespreken. Voor mijn huis moet ik nog even file-parkeren. “PRIMA” zegt mijn vrouw, “Hij staat maar met één wiel op de stoep.” Ik wurm mijn auto-sleutel in het slot van de voordeur. Hij past niet.
“Probeer een andere sleutel.” Giechelt mijn allerliefste.
Wij zijn weer thuis, gelukkig. Ik doe nog een drukje, en mijn schat verwijdert haar make-up.
HEERLIJK ONDER MIJN DONSDEKKI, denk ik, LEKKER SLAPEN, dacht ik…..
Maar omdat wij ’s-nachts toch al zo weinig thuis zijn……
UITJES, RINI.