Over wie hebben we het?
G.M.W.J. de Wit, Roepnaam Rini, geboren op 15 maart ( Sint Josef maand) 1948 te Sint-Michielsgestel.
Gerard, Marinus, Wilhelmus, Josephus.
Waarom Rini? Ik kom uit een gezin van vier kinderen. Grard, Jet en Dien waren er al. Zeven jaar later werd ik geboren. Aangezien wij twee opa´s hadden die allebei Gerardus heetten, en dat je meestal naar een voorouder genoemd behoorde te worden, werd mijn naam niet Gerardus maar Gerard. Mijn oudere broer heet Gerardus. Verwarrend, twee Grardjes in het gezin. “Nou, dan noemen we hem naar mijn overleden broer Marinus, afgekort: Rini,” aldus mijn moeder. Rini, het nakomertje. Toen ik mijn moeder eens vroeg of ik nog de bedoeling was lachte ze, maar gaf niet echt antwoord.
Hoe dan ook, ik was een verwend ventje. Toen ik klein was en niet wilde slapen nam mijn moeder mij op schoot, zong liedjes en klopte daarbij ritmisch op mijn rug. Als ze dacht dat ik sliep, stopte ze, maar ik zeurde dan: “Kloppen.” Misschien dat daar mijn muzikaal gehoor en ritmegevoel vandaan komt.
Ik heb het zeker niet van mijn vader geërfd. Die had maar één hobby: voetbal. Niet praktiserend, maar in alles wat met R.K.V.V. Sint-Michielsgestel te maken had, had hij de hand. Jeugdbegeleider, ophalen van contributie, suppoost, regelen van busvervoer voor spelers en supporters enz. Na zijn dood is zelfs de tribune naar hem genoemd: De Piet de Wit tribune.
Behalve dat Pietje de Wit altijd floot op de fiets (steeds hetzelfde liedje weliswaar) had ie niks met muziek. Als ie na de voetbalwedstrijd bij Huub Immens (nu de Jumbo) een potje zat te kaarten en iemand vroeg om een dubbeltje voor de jukebox, zei hij steevast: “Je kunt van mij een kwartje krijgen als je dat ding af laat.”
Moeder (Lientje van de Koevering) was altijd thuis, pa was op z´n werk, broer en zussen ook. Als ik thuis was en ons mam het huis poetste moest ik van de ene kamer naar de andere verhuizen, zodat ik niet in de weg zat. Ik luisterde dan naar de radio: De Arbeidsvitaminen. Geweldig vond ik dat. De 5-pits kachel rook naar kachelpoets (Tante Blank) en als ik The Elizabethan Serenade hoor, ruik ik die kachelpoets nog steeds.
Wordt vervolgd…….