Op zaterdagmiddag, na het voetballen, stapte ik bij mijn vader achter op de fiets om bij Frans van den Oetelaar aan de andere kant van het dorp, mijn tweedehands akoestische gitaar van 50 gulden op te halen. “Bij Goossen en Swagerman in de Vughterstraat in Den Bosch verkopen ze gitaarhoezen, setjes reservesnaren en plectrums. Een stemfluitje is ook wel handig om te hebben,” aldus Frans. “Tot maandagavond zeven uur dan.” Thuis aangekomen liet ik trots m´n verjaardagscadeau aan de hele familie zien. Ons pap en ons mam schoten vol toen ze zagen dat ik zo blij was. De rib uit hun lijf was goed besteed, moeten ze gedacht hebben.
Intussen ging het leven op school (4e klas lagere R.K. jongensschool, tegenwoordig groep 6) gewoon door. Tijdens de godsdienstles werden we gestoord door meneer Felix (zijn voornaam heb ik nooit geweten). Hij was dirigent van het kerkkoor van de Michaëlkerk te Sint Michielsgestel. “Ik zoek zangertjes,” zei hij. “We gaan met z´n allen staan en een liedje zingen.” Ik heb geen idee meer welk liedje het was, maar intussen dat de hele klas zong liep hij rond en wees enkele kinderen aan, waaronder mij. Die moesten gaan zitten. Na het lied zei meneer Felix: “De jongens die zitten komen na school even naar het patronaat. (´n soort gemeenschapshuis tegen de school aangebouwd, waarin wij ook gymnastiekles kregen).
Ik met de andere uitverkorenen (leuk woord in dit verband) daar binnen. Daar zat meneer Felix achter de piano. “Wie ben jij en waar woon je?” Ik noemde mijn naam en adres. Alles werd genoteerd door meneer van Grinsven (Tiny), de secretaris van het kerkkoor bleek later. Meneer Felix speelde een melodietje op de piano en ik moest dat nazingen met lalala lala. Ging goed. Toen hetzelfde maar hoger….steeds hoger tot ik er niet meer bij kon en ik een octaaf lager zong dan hij speelde. “Alt,” zei hij. “Volgende.” Mijn auditie zat er op en ik fietste naar huis. “Ik moet bij het koor,” vertelde ik m´n moeder. “Dan zul je´t nog druk krijgen,” was haar antwoord. “School, zangkoor, gitaarles en voetballen.”
Mijn jongste zus Dien werkte in Den Bosch en haalde op maandag de-door-Frans van den Oetelaar-bestelde accessoires bij Goossen en Swagerman op, zodat ik mijn gitaar in de hoes op de fiets kon meenemen naar de gitaarles.
Wordt vervolgd……..