1968: Oproep voor militaire dienst. Lichting 68-3. Zestien maanden onder de wapenrok van onze koningin Juliana. Ik werd ingedeeld bij de Intendance. Ik kreeg een rijopleiding voor de YA 314 en haalde mijn militaire vrachtwagenrijbewijs, wat later kosteloos werd omgezet in mijn burgerrijbewijs.
Door een paar domme acties ben ik twee vrijdagavonden achter de wacht beland. De ene keer waren volgens de kapitein mijn haren te lang en de andere keer had ik tijdens de wacht op de vlag geslapen. Ik had de vlag als matras gebruikt, omdat het blote spiraal van het ledikant niet lekker lag. Drie weken lang waren de putjes van het spiraal op de Nederlandse vlag nog zichtbaar. Foutje!
Gelukkig had ons boekingsbureau Jansen een bandje achter de hand om ons op die twee vrijdagen te vervangen.
September 1969 zwaaide ik na 16 maanden eervol af als soldaat 1e klas met chauffeursspeld en ging ik terug naar mijn oude werkgever De Gruyter. Ik kwam op de computerafdeling als operator op de Veemarktkade. Deze machine draaide 24 uur en dus werkte ik in drie ploegen. Dat was een heel gepuzzel om toch op dinsdag- en donderdagavonden te kunnen repeteren. Gelukkig kon ik met collega Huib van Weelden telkens mijn avonddienst ruilen op deze dagen.
Op een gegeven moment gaf Cor Venrooij (onze drummer) te kennen dat hij er volledig mee stopte. Hij koos voor de liefde en tot op heden heeft ie daar geen spijt van gehad. Hij en zijn Annemieke zijn nog steeds samen. But… the show had to go on. Egbert van Rossum (trompettist) kende drummer Nico van der Linden. Hij had een antiekwinkeltje in Den Bosch en was gespecialiseerd in Zuid-Amerikaanse muziek. We studeerden daarom verschillende nummers in waarin hij kon uitblinken. Zo werd ons repertoire nog breder. Henk Wouters lonkte intussen stiekem naar Het Silvio Sextet met zang van Danny Cardo. Het bleef echter niet bij lonken. Hij nam afscheid van ons bandje. Capriccio zat zonder toetsenist en muzikaal leider. Hij zette ons zwaar voor het blok. Klote!
Goeie raad was duur, want er stonden nog steeds optredens. Via, via kwamen we aan een nieuwe toetsenist: Jacques de Cocq (met cee, oo,cee kuu.) Achteraf weet ik dat hij van het Silvio Sextet kwam. We hadden dus “gewoon” geruild. Hij was of is nog de zwager van Helga (bekend van “Niemand Heeft Je Ooit Gezien” en “Vlokkie”). Ons repertoire stond op notenschrift en Jacques kon zo invallen. (daarvoor nog onze dank, Henk.) Kortom de optredens gingen door en via Jacques kreeg ik mijn eerste studio ervaring. Hij vroeg of ik een paar liedjes wilde inzingen in de studio van Kees Korbijn in Rotterdam. Zestien Daverende Hits heette de LP en daarvan zong ik twee nummers in.
Wordt vervolgd…..