Hoofdstuk 15
Zo had ik een eigen dictafoon aangeschaft. Dat was het begin van het schrijven van eigen nummers.
Ik had de dictafoon altijd bij me. We waren net zo onafscheidelijk als mijn portemonnee, mijn aansteker en mijn shag. Kreeg ik in de auto een idee dan nam ik die melodie meteen op. Thuis gekomen maakte ik de tekst op die melodie en speelde een ruwe compositie met gitaar en zong het complete lied in op mijn bandrecorder. Soms ging ik midden in de nacht uit bed om de ingeving op de dictafoon te zetten.
Intussen gingen het werken bij de baas en de optredens in het weekend gewoon door. Tot in de late uurtjes zat ik met m´n gitaar achter de tafel en werkte aan m´n eigen repertoire. “Ge bent jong en ge kunt dè.”
Wij schrijven kerstmis 1972. Tweede kerstdag een optreden bij Lunenburg in Loosbroek. Mijn vrouw Thea liep op het laatst van ons eerste kind. Meteen na het optreden – met gevaar voor eigen leven – van Loosbroek naar Vught. Het was spannend. Ik was maar niet meer naar bed gegaan. De baas moest natuurlijk ook worden gebeld met de mededeling dat ik niet kwam werken in verband met de aanstaande bevalling. Zelf hadden we nog geen telefoon, maar ik kon altijd bij de overburen terecht.
De vroedvrouw werd rond 09.00 uur die dinsdagochtend 27 december 1972 gealarmeerd. Zij kwam binnen. Een zeer stevige tante. Toen ze zich had omgekleed zag ze eruit als een uit-de-kluiten-gewassen slager, in haar witte plastic schort. Elf uur. Onze Paul zag het levenslicht. Alles erop en eraan. Het “gewone” leven kon weer verder. Werken, repeteren, optreden, liedjes schrijven en “vaderen.”
Op aanraden van Jan Vis nam ik contact op met de BUMA (= BUreau voor Muziek-Auteursrechten) en vroeg hen om mij declaratieformulieren toe te sturen. Daarna schreef ik op muziekpapier de melodielijn met daaronder de tekst en daarboven de akkoorden (manuscript) om deze samen met het declaratieformulier op te sturen naar de BUMA. Daar werd alles geregistreerd en was elk lied beveiligd tegen plagiaat. Dat was nog maar het begin.
Voor elk instrument van onze band moest de muziek ook nog worden uitgeschreven, het arrangement. Toen ik een stuk of vier nummers compleet had reserveerden wij een repetitieavond om demo´s op te nemen. Partijen doorspelen, eventuele fouten corrigeren, bandrecorder aan- en opnemen. Alles in één take. Die bandopnamen presenteerden we aan Jan Vis. Hij luisterde, beoordeelde en koos vooralsnog twee nummers om daar iets mee te gaan doen.
Wordt vervolgd…