Levensloop van een muzikant 35

Levensloop van een muzikant 35

Zaterdag 14 februari 1981.

Voor de 6e keer alweer speelden we het PTT bal op de Helftheuvel in Den Bosch. Organisatie:  De Postkwakers. En het sneeuwde licht. U zult denken: wat interesseert ons nog het weer van 14 februari 1981. Nou, de sneeuw lag er ´s nachts nog. Ook op de treeplank van onze bus.  De laatste versterker moest er nog in. Wim Eekels en ik stonden op de gladde treeplank en tilden ´m boven ons hoofd. ´t Ging fout. Ik schoof van de treeplank en kwam met m´n stuitje op een paaltje terecht. Nondeju, dat deed niet alleen verrekte pijn, maar ik voelde ook mijn benen niet meer. Paniek buiten de tent. Collega´s en personeel snelden toe, hielpen mij overeind en sleepten me naar binnen. Ik werd op ´n stoel gezet en het alarmnummer (wat later 112 is geworden) werd gebeld. Intussen stonden de tranen in m´n ogen van de pijn. Iemand van het bedienend personeel haalde voor mij een uitstekend medicijn: ´n borrel cognac. En nog een….. en nog een. En verdomd, het hielp. De pijn ebde langzaam weg en het gevoel in de benen kwam terug. Destijds bestond het Willem Alexander ziekenhuis nog en de ziekenwagen bracht me daar naar toe. De ziekenbroeders tilden mij op de brancard en keken mij aan met ´n blik van: daar heb je weer zo´n zuiper. Zij wisten niet dat ik pas gezopen had ná mijn aanraking met het paaltje. Ik stonk natuurlijk uit m´n bek als een kroeg daags na carnaval.

Ook werd ik niet bepaald met applaus ontvangen door het welkomstcomité van de eerste hulp, die een naar-drank-stinkende en lachende patiënt mochten gaan verzorgen. M´n schoenen uit en de broek werd over m´n toen nog slanke dijen getrokken. Ja, ik had geen pijn meer, althans ik vóelde niks meer.  Ik werd naar een kamer gereden door een nachtverpleegster met argwanende blik in de ogen. Ik begreep haar wel. Op zaterdagnacht een dronken gast verzorgen terwijl je liever tussen de lakens ligt, is geen pretje.  Ze overhandigde mij een urinefles. Of ik even een plasje wilde doen. Nou, als ik ergens behoefte aan had, dan was het wel aan een plasje doen.

Ik draaide me op m´n zij en frotte m´n wormpje in de opening. Aaaaah, wat ´n opluchting. De fles vulde zich snel maar was niet groot genoeg. Hij stroomde over en ik kreeg tot overmaat van ramp de slappe lach.

Ik bleef plassen. Het hele bed was al nat. Toen kreeg ik nog op m´n donder van het zonnestraaltje dat die gasten in de wachtkamer zo luidruchtig waren. Of ik er iets aan kon doen dat de Silvio´s zich niet konden gedragen.

De Postkwakers:

Ook leuk om te lezen

Lente

De zomer is alweer in het land. Tijd om ’n terugblik te werpen op mijn favoriete seizoen: de lente. Mijn 11e lustrum is ook weer

Tussen de rails

“Gaat zo’n trein hard, pap?” Dat was één van de vele vragen die ik moest beantwoorden daags voor ons vertrek. We hadden de kinderen beloofd

Meer lezen?

Download mijn boek: Levensloop van een Muzikant