Naar Parijs (3)

Naar Parijs (3)

Na m’n sanitaire non-stop, kluun ik moeizaam over Ronald heen, om vervolgens met mijn voor-mijn-leeftijd-nog best-wel-strakke billen neer te ploffen op m’n plastic tas, die ik bij het opstaan van het haakje had gestoten en voor het gemak maar even op de zitting had gelegd. “Krak,” hoorde ik. Krak ?, ja, krak, ja. Naar mijn mening zaten er alleen maar zes zachte bolletjes van d’n Aldi in, die ik daags tevoren had ingeslagen. Zo oud waren ze dus niet. Kijk, in militaire dienst heb ik ’s morgens wel eens brood op m’n roestvrij stalen plate gehad, dat zo hard was, dat alle rekruten spontaan met een paar  sneeën gingen  trommelen. Het was ’n herrie van jewelste. Daarop kwam de officier van piket. “STIL”, brulde hij vriendelijk. “Wat is er aan de hand?” “Sorry adjudant maar dit brood is niet te vreten.””Jullie zijn soldaten verdomme. In de oorlog zou je ’t wel gelust hebben!” “Ja, maar toen was ’t nog vers.” Maar ik dwaal af..

Okee, twee bolletjes ervan waren belegd met oude kaas, maar krak?? Ik trek de zak onder me vandaan en kijk naar de inhoud. Ik zie de broodjes, gewikkeld in aluminium folie, (ze lijken wel cd’s, zo plat.) en ’n gebroken chocolade letter: U.  (de “krak” is verklaard.) Ah, ook nog ’n briefje. 

Lieve Rini, veel plezier in Parijs en Euro Disney. Geniet van de vrije dagen, want als iemand wat rust heeft verdiend ben ik het wel. Ik hoop dat je de volgende tips ter harte wilt nemen.      

Provoceer nooit de politie in den vreemde, en zeker niet in Frankrijk, die LEFgozers pikken dat niet van buitenlanders, en terecht. (Even tussen  > en  =) ( > is neus, = is lippen) -LEF staat voor Liberté, Egalité, Fraternité, dus ons woordje lef komt van deze afkorting. Goed onthouden,  de volgende maand overhoor ik je.     

Als je een souveniertje voor me mee wilt  brengen koop het dan en jat ’t niet uit een of andere kroeg of restaurant.  Tot vrijdag nacht. 

P.S. als verassing vond ik nog een chocolade letter. Het is melk, dat heb je zo graag. En denk je aan je appeltje?          XXXX  A. 

Nou, lief zeg. Een beetje rare verzoekjes, want ze weet toch dat ik volwassen ben en ’n goede opvoeding heb genoten. Bovendien is de letter van pure chocolade , alleen wat verkleurd. Wel jammer dat die nu gebroken is, de bedoeling was om deze als surprise op het werk cadeau te doen. Mais bon, toch attent, toch?

Van onze reisbobo’s krijgen we een enveloppe met inhoud. Een zakfor-maatwerk, ’n toegangskaart voor de speeltuin, francs, 3 condooms (3 ???) ’n metrokaartje. Ik sla even het goed verzorgde maatwerkje open en lees de strip. Kei gaaf van die Patrix. Straks even verder lezen, eerst ontbijten. Ik pak een Ceedeetje, open de folie, zie dat er ham opzit en denk: “Als ik er nou een met ouwe kaas en een met ham op elkaar leg en ga er nog even op zitten, dan heb ik zo een tostie. Ook lekker.” Juist als ik een hap wil nemen rolt de vrucht van m’n schoot (????) en valt voor me tussen de voeten. Ik moet verschrikkelijk diep bukken. Dat valt niet mee, want als ik op vakantie ga, of ik ga wandelen, doe ik altijd een buiktasje om (de toeristenoutfit bij uitstek), omdat je meestal geen jas aan hebt.  Voor je portemonnee, je shag, je aansteker, ’n appel, ’n peer, ’n banaantje, rolletje closetpapier, wat kleerhangers, kortom ’n verrekt hendig ding, zo’n tasje. Maar nu ik krom moet ??? De weinige vlinders die ik tegenwoordig nog in m’n buik heb worden finaal geplet. Ik graai tussen de voeten en ja, hebbes. Net als ik overeind wil komen gooit de jonkvrouwe (de stoelen voor ons zijn bezeten met ongeveer 12 liter blauw bloed) haar leuning in ’t slaapstandje. Ik kan geen kant meer op. Met m’n kop tussen de knieën, ’t buiktasje tussen maag en kruis (dat wordt een zakje blauw), ’n Ronald die z’n wandelkaart is afstempelen, zit ik daar naar adem te snakken. Wat te doen, ik moet snel handelen, want m’n kop wordt zo rood, dat zelfs m’n oren beginnen te gloeien. Met m’n rechterhand waarin ik de appel heb kan ik niks, want die zit tussen m’n voeten. De linkerhand zit gekneld tussen de adellijke leuning en de zijwand van de bus. “Koffie??” klinkt het verlossende woord uit de mond van Peter. “Thee, graag,” zegt Marieke, die daarvoor graag haar dutje uitstelt en de leuning weer in de zitstand zet. Ik ben verlost. Peter krijgt van mij straks ’n kusje.  Ronald is intussen weer terug en vraagt waarom ik rooie oortjes heb. “De Kuijper heeft mij net een schuine mop verteld,” lieg ik maar en neem ’n hap van m’n schijfje.

Voor in de bus is een hoop bedrijvigheid. Chauffix rijdt, Kittix tapt, Astrix regelt, Moonix obert. Petje af voor de mensen van de organisatie voor de perfecte verzorging. Ook Ingrix gooit alles in de strijd om het haar collega’s en -gae zoveel mogelijk naar de zin te maken. Tijd voor de negen reisbureaus om hun excursies aan te prijzen. Ik wil niet naar de Eifeltoren: hoogtevrees. Ik wil geen rondvaart op de Seine: watervrees. Ik wil niet naar de Notre Dame: claustrofobie. Ik wil geen wandeling: straatvrees. Mijn keuze valt toch op Pieter: De Notre Dame (vrij vertaald: Ons Vrouw. Echt Brabants, vind ik. Gewoon Ons Vrouw, niet Onze Lieve Vrouw, want die zijn er niet en al die jaren nooit geweest (Acda en de Munnik)) Ik ben er al eens geweest en ik weet dat daar een kroeg op de hoek is: Zeezicht of Kerkzicht, dat mag ik kwijt zijn. Aah we gaan stoppen. ’n Pijpeschaffie, en even-uit-de-broek pauze, ’n even-de-benen-strekken stop. De sleepkabel van Angelix, die door plaatsgebrek in haar rolstoel achter de bus was gehangen, wordt even losgekoppeld. Haar helm wordt afgezet en uitgedeukt, het gezicht wordt ontdaan van het roet van de uitlaat, het schuimrubber op haar knieën wordt opnieuw vastgesjord. Het was droog, dus de banden worden vervangen door slicks. De rem-boxhandschoenen worden vernieuwd. Dit alles in 12 seconden, geen slechte pits-stop van het rolstoelteam. “Die had beter een reisje Lourdes kunnen boeken,” dacht ik even, maar wie weet is Seinewater ook wel helend.  Het sjekkie smaakte uitstekend, zo ook de filter van Ferrix en de sigarenrokers paften er lustig op los. Drie kwartier voor de broodnodige rust van de chauffeur. We hadden nog ettelijke uren te gaan. Hoe de reis verder verloopt??

Volgende keer meer, als de redactie het toestaat.

Aar die Dabbeljoe.

Ook leuk om te lezen

Lente

De zomer is alweer in het land. Tijd om ’n terugblik te werpen op mijn favoriete seizoen: de lente. Mijn 11e lustrum is ook weer

Tussen de rails

“Gaat zo’n trein hard, pap?” Dat was één van de vele vragen die ik moest beantwoorden daags voor ons vertrek. We hadden de kinderen beloofd

Meer lezen?

Download mijn boek: Levensloop van een Muzikant