Conform afspraak zal Dave (de regelneef) het eerst opstaan en aldus geschiedt. Ik word er niet echt wakker van en draai me nog ‘n keer om. Lekker doezelen. Alles voelt goed dus er is niks gebeurd de afgelopen nacht. Het bed is goed al is het niet te vergelijken met het waterbed thuis. Jaren geleden hadden we tot deze vorm van slapen en wakker liggen besloten. Na diverse bedden getest te hebben kozen we voor 80% gestabiliseerd. Bij 60% word ik zeeziek en 100% voelt aan als een eiken plank. De temperatuur van het water is regelbaar en we hebben ieder ‘n eigen zak met water. Dit, omdat we ook op het gebied van warmte duidelijk verschillen. Zo heb ik m’n eitjes liever zacht gekookt en zij hard. De hoofdeinden zijn ook nog onafhankelijk verstelbaar. Samengevat hebben we een SAT relatie. Ondanks die gescheiden temperatuur krijg ik toch nog regelmatig van die kouwe voetjes tussen de benen gedrukt, waarbij ’n eventuele behoefte-naar-iets-anders-dan-slapen wordt gereduceerd tot maatje pink. Ik vraag me af waar ze de afgelopen nacht haar ijsklompjes heeft gelaten nu haar kruik in Parijs slaapt. Bestaat er voor zulke noden ook ’n escort service?
De badkamer is vrij. “Ik zie je beneden bij het ontbijt,” zegt Dave en verlaat de kamer. Ik stap uit bed. Trek de gordijnen open en geniet van het uitzicht: ’n flat. Ik steek ’n sjekkie op en begeef me naar de badkamer. Pak ’n snelle douche. Het sjekkie is meteen uit. Poets vier keer m’n tanden en nóg proef ik ’n combi van alcohol en Franse keuken. ’n Kauwgom dan maar. Ik pak m’n trolley ; kijk nog even of ik alles heb; werp nog ’n laatste blik in de kamer: mis. Bonjour. Naar de lift. Het duurt even voor de deuren open gaan en daar zit Angélique. Ze ziet er goed uit. Heeft geen zichtbaar letsel overgehouden van de heenreis. “Ik ga mee naar Euro Disney, zegt ze. “Oh,” vraag ik quasi verbaasd, “geen Eifeltoren beklimmen?” Het is maar ’n kleine lift en ik wil mee. Ik maak misbruik van haar handicap en rol haar buiten de lift, stap snel in en ga naar beneden. Drop m’n bagage in een of andere hoek en zoek eerst waar de koffie staat. Pak ’n bord en vul dit met croissants, wat ham, kaas en zoet. Maak wat stennis met het personeel omdat ik geen gekleurde hagelslag en geen 4,5 minuten eitje kan vinden. Schouderophalend laat ik ze achter omdat ze geen Nederlands verstaan. Er is aan Toos’ tafel nog ’n plaatsje vrij. Zeg niet zo overtuigend: “Goeie morrige” en kan niet nalaten haar van top tot tafelblad te observeren. “Wat kijk je?” vraagt ze. “Je voorgevel heeft toch ’n flinke deuk opgelopen met die val, ” zeg ik. “Je push-up is volgens mij ’n pull-down geworden.”
Nou praat Toos nogal hard, (je denkt dat ze assistente is van HR maar ze is ’t van JO) dus iedereen kijkt op als ze zegt:: “Oh, da’s niet zo erg, ik koop wel ’n nieuwe BH in Euro Disney, zo een met Pluto erop.” (Toos houdt van honden.) “Er is ook eventueel wel plaats voor 101 Dalmatiërs, ” lach ik. We praten nog wat over sloten en gedempte putten en over hoe we het treffen met het weer en verorberen het ontbijt. Nog ’n kop koffie. Ik draai nog ’n sjekkie maar je mag hier natuurlijk weer niet roken. Dan maar naar buiten. “De rokers moeten naar buiten, terwijl die toch het minst behoefte hebben aan frisse lucht.” (Kees Torn). Ik hou van one-liners. -De doodgraver, die de laatste schep zand op de kist van Freddy Heineken gooit:: “Zo, nu eerst ’n Bavaria.” – JFK in Berlijn: “Ich bin ein Berliner.” – McDonald in Hamburg: “Ich liebe Hambürger.” – Ferry B. altijd en overal: “Biertje?”
Ah, daar komt de bus. Ik zie Remco stoeien met de rolstoel.. EH schiet te hulp, Eric en ook SA zetten zich voor 100% in, maar ze krijgen dat ding niet ingeklapt. Juridisch blijkt dit geval niet opgelost te kunnen worden. WH poogt als mediator nog wat in de pap te brokkelen maar ook dat zet geen zoden aan de dijk. Ik loop er even naar toe, bekijk het probleem en zeg: “Angelique, als je er nu eens even uitgaat?” En verrek, dat helpt. De collegae splitsen zich in twee groepen. De speelsen gaan naar Euro Disney en de cultuurliefhebbers (terrasisten) gaan naar Parijs. Karren met die hap.
Een supergrote parkeerplaats nodigt ons uit de bus te stallen. We krijgen allemaal nog ’n snoepzakje van Astrid en stappen op de heenlopende band. We worden gefouilleerd (ik stond te springen als een gek, maar hoe zeg je in het Frans: “niet kietelen?” Ne me quitttele pas, soms??) Tassen worden gecontroleerd op etenswaren en andere wapens. Monique en ik hebben besloten deze dag samen op te trekken. Ik wist dat ze veel francs gepind had, maar ook dat ze -net zo min als ik – van die levensgevaarlijke attracties houdt. Ik haat Roller Coasters, Stomac Twisters, Brain Washers. Ik word al beroerd als ik over de drempels bij ons in Nuland hobbel. Voor mij geen Neuro-Disney . De eerste indruk is best leuk. Main Street. Echt Amerikaans met die Fordjes, drugstores and pharmacies. Ik zoek naar de WTC twin towers, maar het park is up to date. We besluiten eerst maar ‘ns met de stoomtrein rond het park te rijden om ’n algemene indruk te krijgen. Er is veel te zien en erg compact opgezet. Leuk…..maar chauvinistisch gezien is de Efteling mooier. We drinken diverse cappuccino’s op even diverse terrasjes. We zien bij toeval de Halloween Parade, maar missen de Disney Parade, eten uitgebreid in ’n grillhouse. De gevaarlijkste stunt die we beleven is ’n rondvaart met ’n heuse Mississippi boot, maar daar werd je weer lastig gevallen door Franse zombies. Zien eindelijk ’n winkeltje en kopen nog wat souvenirs voor de kleinkinderen van Monique en Theo.
Op weg naar de uitgang treffen we meer van onze mensen en besluiten om de laatste francskes in drank om te zetten. Partick steekt twee handen op en bestelt acht bier. De ober brengt er vijf. Marc haalt er nog drie bij en moet zelfs in de voering zoeken voor muntjes om alles betaald te krijgen. Op afstand zien we de bus al staan. Ik krijg op de teruglopende band de gele-genheid om Yvetje nog even te knuffelen, zie onze twee dikke collega’s Tamara en Barthi (beiden vegetarisch) op ’n gazonnetje nog wat grazen voor onderweg, poseer nog voor de groepsfoto, wacht nog op wat laatkomers, stap in de bus en wil naar huis. Mooi geweest. Ik ben bek af.
En stil zak ik onderuit en geef me over aan het trieste gevoel wat ik twee dagen heb meegedragen maar heb onderdrukt. Ik denk aan m’n carpooler, m’n vakbroeder, m’n eigenlijke kamergenoot en zijn zus, die ik beiden zo heb gemist. Ik moet even slikken als ik denk aan die aardige, oh zo geliefde Nulander, die ik goed heb gekend: de vader van Rien en Erma Maas, die is begraven op de dag dat wij naar Parijs vertrokken. Gdvrdmm, wat is het leven toch betrekkelijk.